Terwijl mijn dochter Evelien en ik water drinken en pannenkoeken eten, horen we dat ons op de laatste kilometers nog wat zwaars te wachten staat. We zijn na 20 kilometer aangekomen bij de tweede verzorgingspost. Een paar minuten later gaan we verder met de Trail des Fantômes, waarbij we nog zo’n 10 kilometer te gaan hebben. Na een paar honderd meter krijg ik kramp in mijn rechter hamstring en spreek met Eef af dat ik terug ga naar de verzorgingspost. Zij gaat verder. Ik wandel voorzichtig terug en merk dat de kramp wegtrekt. Dat geeft mij hoop. Ik draai mij om en ga langzaam hardlopen. Wat is 10 kilometer nou? Ik besluit het te gaan proberen.
Door de natuur wandelen ontspant. Meestal doe je dat door mooie bossen, over heuvels en langs velden en beken. Leuk om te doen. Door de natuur hardlopen is anders, zeker als je dat in een bergachtige omgeving doet. Dat noemen we een trail (pad). Een trail is geen wedstrijd; de sfeer onder de lopers is gemoedelijk en daar waar nodig help je elkaar. Het halen van de finish is het doel.
Vorig jaar, december 2021, had ik in hetzelfde gebied voor de tweede keer de Trail de la Soupe gelopen. Een zware loop over 27 km, waar vier bergen van 150 meter hoog in zitten. Dat deed ik samen met Evelien en haar vriend Gertjan. Ondanks de lengte en de zware omstandigheden hadden we het alle drie goed gedaan en hield ik er een fijne herinnering aan over. Dat smaakte naar meer en dus schreven we ons drieën in voor de zomereditie, met de naam Trail des Fantômes. Maar dat was de vorige keer. Nu was de startplaats niet in het dorp maar daar buiten in het bos. Verder was de temperatuur niet rond het vriespunt, maar rond de 30℃. In de winter voldoet een FlipBelt met een 300 ml waterfles. Dat was nu naar zou blijken onvoldoende. En zo waren er meer zaken die er toe deden, maar daar kwam ik tijdens de loop pas achter.
Als ik na het bezoek aan de tweede verzorgingspost een uur door het bos heb hardgelopen (waarbij ik heb geklommen, gewandeld en een aantal keren ben uitgegleden), loop ik na de zoveelste steile helling langs een watertje. “Hé”, denk ik, “dit pad ken ik van de vorige keer”. En dat is ook zo. Na een een aantal minuten moet ik hetzelfde watertje oversteken en kom ik onderaan een hele steile helling te staan. Zó steil, dat er halverwege een touw tussen een aantal bomen gespannen is, om je hieraan omhoog te trekken. “Ah juist, dit is die laatste hindernis waar ze het over hadden. Lastig maar te doen”. Ik kruip, klim en gebruik het touw om mij omhoog te trekken. Eenmaal boven ga ik verder richting de finish en heb gelukkig nog maar een paar kilometer te gaan. Ondertussen zitten we halverwege de middag en brandt de zon volop.
Evelien en Gertjan waren al bij de start, toen ik daar op deze zondagochtend aankwam. Met Gertjan werd agesproken dat hij zijn eigen trail zou lopen en Eef en ik bij elkaar zouden blijven. Goed gemutst stonden we in het startvak en om 10 uur mochten we aan de 30 km trail beginnen. Nadat we het bos in gingen, kwam direct een stevige steile klim van 50 meter, gevolgd door een afdaling. Dat was een opwarmertje. Het aantal beklimmingen was daarna niet bij te houden. Tussen de hellingen door moesten we hollen over smalle paden, klimmen over boomstammen, balanceren op rotsblokken en door beken lopen.
Ik hoor in de verte de stem van de microfonist. Hij heet iedereen welkom die over de finish gaat, het kan dus niet ver meer zijn. Op mijn horloge zie ik dat er 30 kilometer op zitten. Omdat ik in totaal maar 450 ml water in mijn FlipBelt mee kon nemen, ben ik heel zuinig geweest met mijn water. Dat is les 1 voor de volgende keer: toch maar – net als alle andere trailers – voortaan een rugzak met water meenemen. Ik heb ze verdorie gewoon in de winkel hangen! Nadat ik het laatste restje water op heb gedronken, doemt de meest steile helling tot nu toe voor mij op. Deze is niet alleen steil, maar ook lang, zanderig en gortdroog. Op een enkele plek op de helling staat een boom. Daar zie ik mensen zich aan vasthouden of tegenaan zitten. Hier komt dus de fantoom uit de fles!
Mijn mond is net zo droog als de helling. Ik verzamel alle moed die ik nog in mij heb en begin aan de klim. Zo kruip en klim ik van boom naar boom. Halverwege de helling hoor ik de stem van Gertjan: “Enno, je bent er bijna!”. Ik zie hem bovenaan staan. Het eerste wat mij te binnen schiet is: “zou hij water bij zich hebben?”. Ik durf het niet te vragen, steek mijn duim op en klauter verder. Als ik bij de volgende boom ben aangekomen, hoor ik hem roepen: “Ik heb water voor je bij mij”. Wat een fijne vent is het toch! De gedachte aan water geeft mij zoveel energie dat ik de volgende bomen als rustpunt oversla en doorloop. Eenmaal boven, drink ik de bidon met water leeg en ren door. Evelien komt mij tegemoet en moedigt mij aan. Met veel pijn en moeite ga ik over de finish, val op de grond, ga op mijn rug liggen en kijk naar de hemel. Gelukkig, het is gelukt. Les 2 is: 30 km trailen in bergachtig gebied is veel te lang voor mij. Of toch niet?
Over Enno Aerts
Enno Aerts is het vertrouwde gezicht in de winkel en geeft je graag advies. Niet alleen over de juiste schoen, maar ook over het lopen zelf. Als gecertificeerde trainer en iemand die zelf liefst langere afstanden loopt weet hij als geen ander hoe je blessures voorkomt en plezier in het lopen houdt.