“Heb jij hem al gelopen?”
“Wat moet ik gelopen hebben?”
“De marathon natuurlijk!”
Het is de laatste jaren helemaal in om een marathon te lopen; op menig bucketlist staat deze hoog genoteerd. En het liefst de marathon van New York natuurlijk. Hoe vaak er aan mij niet gevraagd is of ik New York gelopen heb. Moe werd ik ervan. Dat wordt je overigens ook van een marathon lopen.
42 kilometer en 195 meter
De afstand is in 1921 door de International Amateur Athletic Federation (IAAF) bepaald op 42 kilometer en 195 meter. Hoe dat zo is gekomen? Daarvoor moeten we terug naar het jaar 490 voor Christus. In dat jaar versloegen de Grieken de Perzen in de slag van Marathon. Een Griekse soldaat genaamd Philippides, werd als boodschapper van het goede nieuws naar Athene gestuurd. Een afstand van ongeveer 35 kilometer, als je om de heuvels heen loopt. Volgens de overleving liep hij de afstand zonder te stoppen, bracht het goede nieuws over met de woorden “we hebben gewonnen” en stortte vervolgens dood ter aarde. Voor elke hardloper de ultieme manier van sterven.
In 1896 werden de eerste Olympisch Spelen georganiseerd. Deze had als trekker een spectaculair evenement nodig, zo vonden de organisatoren. Dat werd een lange duurloop die ze de marathon noemden, naar de legende van Philippides. In 1908 waren de spelen in London, waarbij werd afgesproken dat werd de afstand voor de marathon ongeveer 25 mijl (40 km) zou zijn. De start was bij Windsor Castle en eindigde in het White City Stadium. Het stadion werd via de koninklijke ingang betreden, gevolgd door een ronde op de baan, om te eindigen voor de Royal Box. Hier zat uiteraard de toenmalige koning Eduard VII zelf in, want dit was een eis van het koningshuis. Vandaar dat de huidige afstand een incourante maat is; 42,195 km.
Ongezond
Waarom willen al die mensen dan toch een marathon lopen? Om zichzelf te bewijzen (of juist aan anderen) of gewoon omdat iedereen het doet. Want echt gezond is het niet. Hardlopen op zich wel, tot een afstand van 35 kilometer. Daarna zijn alle koolhydraten op en gaan we over op vetverbranding. Verder is er tijdens het lopen kans op maag-darmproblemen, blessures aan de knie/enkel en zelfs hartfalen komt voor. Van elke vijf getrainde lopers krijgt er tijdens de marathon één te maken met een nieuwe blessure. Tijdens het rennen belast een loper de knieën en enkels met vier tot vijf keer zijn eigen lichaamsgewicht … en dat 42.195 meter lang. Uitgaande van een gemiddelde tijd van 4 uur en een pasfrequentie van 170 passen per minuut, zit je rond de 20.000 passen die je maakt per been. Stel je weegt 75 kilo, dan komt er op elke knie en enkel 1,5 miljoen kilo neer. Dat alles samen maakt dat het lopen van 42 km niet echt gezond is.
Tijdvreter
De meeste schema’s voor een marathon gaan over een periode van 12 tot 16 weken en gaan uit van één lange duurloop per week. Afhankelijk van het aantal weken dat je traint, loopt de lengte van deze duurloop op van 15 tot boven de 30 kilometer. Samen met de minimaal twee andere trainingen die je loopt, vreet dat tijd. Met alle trainingen samen ben je toch snel 6 tot 8 uur per week zoet. Dat is een hele werkdag, die je buiten je normale werkuren en sociale leven om moet zien in te plannen. Komt bij dat je aan het eind van je schema het hardlopen helemaal zat bent en snakt naar de wedstrijddag. Nog steeds zin om een marathon te lopen?
Niet sociaal
Ik heb het al even aangestipt. Door alle tijd die je in de voorbereiding stopt, worden de sociale contacten verwaarloosd. Je familie, vrienden, kennissen en – als je die hebt – partner met eventuele kinderen, zien je gewoon een aantal maanden niet. Je bent alleen maar gefocust op jouw doel; de marathon. Alle andere zaken moeten daarvoor wijken. Toen ik zelf in de voorbereiding zat van mijn eerste marathon, kwamen mijn kinderen in opstand. Ze waren nog jong en vonden het maar niks dat papa er zo weinig was. Het gevolg was dat ik ‘s morgens vroeg of ‘s avonds laat ging trainen. Op deze manier trainen maakte dat ik continu een slaapgebrek had. Dat brengt mij op het volgende negatieve aspect.
Overtraind
Door al dat geren is de kans op blessures, ondervoeding en slaapgebrek groot. In het ergste geval zegt je lichaam stop! Ook geestelijk is het een zware belasting. Je bent elke dag met de marathon bezig. Trainingen inplannen, “wat moet ik wanneer eten?”, “welke route ga ik vandaag lopen?”, “voel ik ergens misschien een pijntje?”. Al deze zaken samen maken het psychisch erg zwaar. Ook dat kan teveel worden.
Je kan dus fysiek of psychisch eraan onderdoor gaan. En als je aan beide leidt is de wil helemaal weg. Je bent overtraind.
Waarom je de marathon wel moet lopen
Van de andere kant bekeken, is het een hele uitdaging; het uitlopen van de afstand van 42 kilometer. Als mens en als hardloper wil je alles uit je leven halen. Je leeft immers maar één keer en een keer de marathon lopen, is voor een goed getrainde loper, fysiek goed te doen. Stel je loopt al een paar jaar en afstanden tot 30 kilometer gaan je goed af, dan is de stap naar 42 km klein. Door er voldoende tijd voor uit te trekken en aan een langzame opbouw te doen kan je lichaam de belasting goed aan. Tegen je familie en vrienden vertel je vooraf wat je gaat doen en dat je de eerst komende tijd beperkt bereikbaar bent. Dat kan heel rustgevend werken. Eindelijk eens een poosje geen sociale verplichtingen.
Laat je zoveel mogelijk door professionals begeleiden met een persoonlijk loop- en voedingsschema. Luister naar je lichaam en ga bij een opkomende of acute blessure naar een fysiotherapeut of masseur, waar je je kan laten behandelen. Als je daarnaast ook zorgt voor voldoende rust en een gebalanceerd dieet, moet je op deze manier al die trainingsweken wel doorkomen en loop je hopelijk fluitend de marathon uit.
Ik ben benieuwd wanneer ‘de ironman’ bij iedereen op de bucketlist komt te staan. Stukje van 3,86 km zwemmen, dan wielrennen over 180,2 km en de dag afsluiten met een marathon. A piece of cake toch?
Over Enno Aerts
Enno Aerts geeft je graag advies. Niet alleen over de juiste schoen, maar ook over het lopen zelf. Als gecertificeerde trainer en iemand die zelf liefst langere afstanden loopt weet hij als geen ander hoe je blessures voorkomt en plezier in het lopen houdt